Van opengescheurde vuilzakken tot gedumpte kasten: wie ruimt Brussels straatafval op?
- journalistiek brussel
- May 8
- 3 min read


Een sofa, een kapotte koffiezet of een matras: in Brussel blijft sluikstorten een groot probleem. Veel inwoners ergeren zich eraan, maar echte oplossingen blijven uit. Dat komt vooral door de ingewikkelde verdeling van verantwoordelijkheden. Soms zijn op 10 meter drie instanties verantwoordelijk.
Zoals je in de fotoreeks kan zien:
Een korte wandeling door gemeenten zoals Elsene, Molenbeek of Koekelberg toont het al: in bijna elke straat zie je zwerfvuil liggen. Vuilzakken zijn opengescheurd, oude meubels of kapotte toestellen blijven wekenlang staan. Zelfs na een melding blijft bovenstaande sofa nog tot de volgende dag op het voetpad staan.
Veel bevoegde instanties, weinig actie
Hoe komt dat? In Brussel is de taakverdeling rond afval versnipperd. De gewone huisvuilophaling – met vuilniszakken – gebeurt door Net Brussel, een gewestelijke dienst. Het opruimen van zwerfvuil of sluikstort is dan weer een taak van de gemeenten. Maar soms is ook het Brussels Gewest of een andere instantie verantwoordelijk.
Zo zijn kleinere straten de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Onder meer via de app Fix my Street kunnen inwoners daar zwerfvuil melden. Dan komt de gemeentelijke dienst van openbare netheid in actie. Grotere wegen vallen dan weer onder het Gewest. Daar is Net Brussel opnieuw verantwoordelijk. Ook de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB heeft een rol: zij moeten de metrostations proper houden.
“Als het te lang duurt, ruimen we het zélf op.” - woordvoerder Brusselse schepen van Netheid Andreas De Kerpel.
Die versnippering leidt soms tot verwarring. In buurten rond grote wegen of metrostations zijn vaak meerdere diensten actief, soms op slechts 10 meter van elkaar. Als niemand snel reageert, blijft het afval lang liggen. “Als het afval onze verantwoordelijkheid is, nemen we het snel weg,” zegt Andreas De Kerpel, woordvoerder van Brussels stadsschepen van Netheid Anas Ben Abdelmoumen. “Als het de verantwoordelijkheid is van een andere instantie, melden we het eerst. Maar als het te lang duurt, ruimen we het vaak wel zélf op omdat het anders blijft liggen.”
Ook op vlak van preventie is er weinig samenhang. Brussel-Stad voert een beleid dat inzet op sensibilisering en repressie, maar dat is niet uniek. “Dat zijn methodes die andere gemeentes ook hanteren,” bevestigt De Kerpel. Toch zijn er zichtbare verschillen: in sommige wijken, zoals delen van Molenbeek of Elsene, ligt duidelijk meer afval dan bijvoorbeeld in het historische centrum van Brussel.
Burgers nemen zelf initiatief
Veel Brusselaars zijn die versnippering en het zwerfvuil beu. In aanloop naar de vorige gemeenteraadsverkiezingen richtten enkele inwoners het burgercollectief Brussel (Pou)belle op. Medeoprichtster Anna Trzop ziet de politieke structuur als deel van het probleem: “Grosso modo zijn alle gewestbanen vuiler dan de gemeentes, zoals bijvoorbeeld de Vilvoordsesteenweg.” Volgens haar komt dit deels door een gebrek aan middelen. “Het Gewest heeft proportioneel minder controleurs dan de gemeentes. Daarnaast ruimt Net Brussel minder snel op, doordat zij vaste routes hebben.” Maar ook omdat deze straten vlotter bereikbaar zijn met de auto en sluikstorten zo makkelijker is.
"In diverse wijken zijn mensen vaak niet geïnformeerd, en hebben dus minder de reflex om te sorteren." - Anne Trzop, medeoprichtster Brussel (Pou)belle
Daarnaast ziet Trzop ook nog een andere verklaring. “Het probleem zeker ook cultureel. In diverse wijken en gemeentes zijn mensen vaak niet of te weinig geïnformeerd, en hebben dus minder de reflex om te sorteren” Toch moeten ze van hun afval af, waardoor ze het dus soms op straat smijten.
Een van de voorstellen van Brussel (Pou)belle is het herverdelen van de bevoegdheden. “Gewestwegen kunnen bijvoorbeeld beter onder de bevoegdheid van gemeentes komen op vlak van afvalophaling,” stelt Trzop. Via een burgervoorstel probeert het collectief nu een commissie af te dwingen, om meer inspraak te krijgen. Voorlopig zijn er echter wel nog meer dan 500 handtekeningen nodig.
Toch sluit Trzop hoopvol af: “We zien in enkele gemeenten wel dat netheid eindelijk een prominente plaats kreeg in de coalitieakkoorden.”
Auteurs: Ewout Zwartebroeckx en Simon Ulenaers



















Comments