Cohousen tegen eenzaamheid: mémé en student leven samen
- kaatschelfhout
- May 8
- 4 min read
Louise* (20), een Franse studente, woont samen met Fabienne* (86) in Brussel. Op zoek naar een kot in Brussel werd ze Fabiennes nieuwe huisgenoot. En die is daar heel blij mee: “het huis is te groot voor mij alleen.”

Sinds Fabiennes man gestorven is en haar kinderen hun eigen familie hebben, heeft ze nood aan gezelschap en een helpende hand. Haar zoon zocht via collega’s naar een student om zijn moeder te ondersteunen. Zo vonden ze Louise. “Er was iemand nodig op wie ze kon rekenen, maar die niet 24 op 7 aanwezig moest zijn”, vertelt de studente.
Fabienne, hoe is het om in Brussel oud te worden?
Fabienne: “Ik ben een Ixelloise. Ik woon hier sinds ik 12 ben, dus ik ken Elsene door en door. Ik ken de buren, maar we zijn niet heel hecht. We groeten elkaar, maar ze vragen niet hoe het met me gaat en bieden geen hulp aan. Ook niet na de dood van mijn man, die ze kenden. Een grootstad is geen dorp. Mijn zoon woont bijvoorbeeld in Ukkel, daar zijn bewoners meer verbonden.”
Heb je veel sociale contacten?
Fabienne: “Mijn zonen bezoeken me wel, maar ze hebben niet veel tijd. Ze zijn getrouwd en hebben hun eigen leven. De meeste vriendinnen in de buurt zijn gestorven. Zo had ik een vriendin met wie ik fietstochtjes maakte. Mijn zus en ik deden veel samen, maar ook zij is al lang gestorven. Dat was een groot verlies. Nu ligt mijn tweelingbroer in het ziekenhuis. En mijn man is twee jaar geleden gestorven, we waren 54 jaar getrouwd. Als je zo oud wordt, blijf je alleen achter.”
Fabienne wordt zichtbaar emotioneel als ze over haar man praat. Louise troost haar: “Je had in elk geval al die jaren samen.”
Vroeger waren beleefdheid en respect voor ouderen vanzelfsprekend. Voor mij is het belangrijk om ouderen vriendelijk en zachtaardig te behandelen. – Louise
Louise, waarmee help jij Fabienne het meest?
Louise: “Ik ben haar Bob de Bouwer voor de technologie. Zo heeft ze bijvoorbeeld moeite met haar iPad, en dat is haar enige manier om met haar familie te communiceren. Soms vraagt ze me ook gewoon om brood te gaan kopen, omdat ze zelf weinig naar buiten gaat. Dus als ze iets nodig heeft uit de winkel, dan breng ik het mee. Verder eten we af en toe samen en we kunnen goed praten.”
Ze ziet me als een kleindochter. – Louise

Hoe ervaarde je deze co-housing in het begin?
Louise: “Je hebt veel geduld nodig. Ik was niet gewend om met iemand samen te wonen die veel ouder was. Ze klopte steeds op mijn deur als ze iets nodig had. Ik voelde dan altijd de druk om direct klaar te staan. Gelukkig weet ze nu dat ze me eerst moet bellen, dan moet ze de trap niet op- en aflopen, en voor haar neem ik altijd op.”
Voel je je ondertussen thuis bij Fabienne?
Louise: “Het gaat nu prima. Fabienne is een ontzettend lieve oudere dame. Ze ziet me als haar kleindochter. Zo koopt ze bijvoorbeeld vaak chocolaatjes voor mij. Ze kan ook boeiende verhalen vertellen, het ene na de andere. Ouderen hebben waardevolle inzichten.”
Het is moeilijk om contacten te leggen als je niet veel buiten kunt. – Fabienne
Wat leer je uit deze ervaring?
Louise: “Geduld is noodzakelijk – in elke situatie. Soms breekt het mijn hart als ik zie hoe respectloos anderen Fabienne benaderen. Mensen negeren haar of lachen haar soms uit, want ze ‘is oud en begrijpt het toch niet’. Vroeger waren beleefdheid en respect voor ouderen vanzelfsprekend. Voor mij is het belangrijk om ouderen vriendelijk en zachtaardig te behandelen.”
Zijn er meer initiatieven nodig om ouderen te ondersteunen?
Fabienne: “Dat zou goed zijn, want het is moeilijk om contacten te leggen als je niet veel buiten kunt. Ik ging vroeger naar de kerk, maar nu kijk ik de mis op TV. Ik ga wel naar de kapel hier in de buurt, en daar ontmoet ik mensen. Soms komt een zuster of een vrijwilliger van het Rode Kruis langs voor een babbel.”
Vind je dat de samenleving eenzaamheid meer openlijk moet bespreken?
Louise: “Absoluut. Niet alleen voor Fabienne, maar ook voor mij. Toen ik in Brussel aankwam, kende ik niemand. Het was heel eenzaam. Ik ging soms dagenlang het huis niet uit. Er zouden meer initiatieven mogen zijn om nieuwe mensen te ontmoeten. Zulke evenementen zou ik dan zeker aanraden!”
Zou je andere studenten en ouderen aanraden hetzelfde te doen?
Fabienne: “Het is heel fijn om met Louise samen te wonen. (lacht) Ze is als een kleindochter. Ze ondersteunt mij en ik heb iemand om mee te praten. Ik raad het ouderen zeker aan om met een student samen te wonen.”
Louise: “Het kost wel veel tijd. Maar als meerdere studenten zouden samenwonen met één oudere, dan zeg ik 100 procent ja! Zo ontstaan er mooie vriendschappen tussen jongeren en ouderen, en ligt de verantwoordelijkheid niet volledig bij één persoon. Bovendien kun je zo ook samen activiteiten doen!”
*Louise en Fabienne zijn pseudoniemen, om de privacy van de personen te respecteren.
Auteurs: Bernie Wouters, Diana Burlacu




Comments