Ook Brussel is een thuis voor het Nederlands
- journalistiek brussel
- May 7
- 4 min read
Updated: May 8
"Voor sommige gemeenten blijkt het Vlaams inburgeringstraject onbekend terrein." Dat is een eerste conclusie van Vlaams minister van Brussel Cieltje Van Achter (N-VA) na haar ronde door de 19 Brusselse gemeenten. Om de Nederlandstalige dienstverlening in Brussel te versterken, wil zij meer samenwerken met organisaties zoals het Huis van het Nederlands.

In haar beleidsnota is Van Achter duidelijk: "Het Nederlands is, zeker in Brussel, meer dan een communicatiemiddel. Het is de drager van onze Vlaamse cultuur, een unieke kansenmotor, een hefboom voor integratie en de gangmaker van een breed gemeenschapsvormend project dat Brusselaars toekomst geeft." De kennis van het Nederlands stimuleren is daarbij een van haar belangrijkste beleidspunten.
Het Nederlands lijkt de afgelopen jaren wel opnieuw meer te worden gesproken in Brussel, zoals blijkt uit de nieuwste taalbarometer (2024). Vandaag spreekt 22,3% van de Brusselaars Nederlands, een stijging met 6% ten opzichte van de vorige bevraging (2018). De cijfers geven wel een vertekend beeld: de stijging doet zich voornamelijk voor bij een aanzienlijke groep jonge Brusselaars, die het Nederlands op de schoolbanken leren en vaak zelfs zeer goed onder de knie hebben, en door inwijkelingen vanuit Vlaanderen.

Amper spontaniteit
Voor de Brusselaars die niet meer in de schoolbanken zitten, is Nederlands leren en onderhouden een groter pijnpunt. Dat beseft ook minister Van Achter: "Het aantal spontane, informele gebruikskansen is beperkt. Dat is althans de ervaring van veel Brusselse NT2-leerders ('Nederlands als Tweede Taal')."
Voor ons is het Nederlands een kansenverhaal - Jo Wuyts, coördinator bij het Huis van het Nederlands.
Het Huis van het Nederlands speelt daardoor een belangrijke rol in de plannen van de Vlaamse minister van Brussel.
Het Huis is actief in heel Brussel en heeft een gelijkaardige visie op het belang van de Nederlandse taal als minister Van Achter. "Voor ons is het Nederlands een kansenverhaal, in sociale mobiliteit of professioneel", vertelt Jo Wuyts, coördinator van team taalpromotie en oefenkansen bij het Huis.

Meer dan nieuwkomers
De oefenkansen lijken op dit moment ongelijk verdeeld in onze hoofdstad. Een nieuwkomer die zich bij een Brusselse gemeente aanmeldt, wordt vandaag vooral naar de Franstalige instanties doorverwezen. Het Nederlandstalig aanbod blijkt onvoldoende bekend bij de Brusselse gemeentebesturen.
"Dat is wel iets wat men al langer vermoedde", vertelt Wuyts, "gezien de aantallen mensen die doorstromen naar de Nederlandstalige kant." Voor het Huis van het Nederlands betekent inburgering maar een klein onderdeel van zijn opdracht, aangezien zij toch voornamelijk Brusselaars verder helpen. "Ons publiek bestaat voor slechts 12% uit inburgeraars. Die sensibilisering voor gemeentebesturen beslaat dus maar een klein deel van onze activiteiten."
Alles wat bijdraagt aan ons kansenverhaal of wat onze werking kan versterken, daar staan wij natuurlijk achter - Jo Wuyts, coördinator bij het Huis van het Nederlands
Wuyts staat open voor het beleidsplan van minister Van Achter, maar geeft ook aan dat het nog te vroeg is om al positief of negatief te reageren. "Alles wat bijdraagt aan ons kansenverhaal of wat onze werking kan versterken, daar staan wij natuurlijk achter. Maar in hoeverre dat het geval zal zijn binnen de plannen van de minister, dat weten we nog niet."
Gemeenschap uitbouwen
Het Huis van het Nederlands biedt uiteenlopende initiatieven aan: naast taalcursussen organiseren zij ook praatgroepen voor NT2-leerlingen onder begeleiding. De vraag blijft wel nog te groot voor de medewerkers: "Vorig jaar hebben wij 8.000 mensen een test Nederlands kunnen laten afwerken. Voor ons is dat op dit moment wel de limiet", vertelt Wuyts. Het blijft dus afwachten in hoeverre het plan van minister van Achter ook de NT2-leerlingen zal ondersteunen.

In afwachting van extra middelen gaat het Huis van het Nederlands gewoon verder met de projecten die het heeft. Onder andere Plonge, een digitaal stadsspel waarmee (jong-)volwassenen het Nederlands in de stad Brussel leren kennen. "Het spel is eigenlijk ontstaan vanuit een nood. We hadden al een stadsspel, maar konden door de grote vraag niet meer zelf elk spel begeleiden waardoor we zijn overgestapt naar een app. Zo konden we het spel ook nog verder uitbreiden", vertelt verantwoordelijke Sien Ponet. De app overstijgt volgens haar ook het puur-taalkundige aspect. "Door deze stadsspellen leren de mensen ook stapsgewijs het Nederlandstalige netwerk kennen in Brussel, want dat kan in deze stad soms nog een beetje moeilijk zijn."
Community-vorming is binnen andere initiatieven van het Huis nog prominenter aanwezig. Het project Patati brengt twee mensen samen die van elkaar een nieuwe taal kunnen leren, waarbij het Nederlands één van de talen moet zijn, gebaseerd op de talenkennis die elke deelnemer bij inschrijving aangeeft.

Tijdens het tweewekelijkse evenement PimPamPraat, een initiatief van Muntpunt Brussel, is iedereen dan weer welkom om gezelschapsspellen te spelen en hierbij hun Nederlands te oefenen. Ook bij de deelnemers is het belang van het Nederlands in Brussel duidelijk: "Ik wil alle 3 de talen - Frans, Nederlands en Engels - leren, want dat is echt nodig voor mijn sollicitaties", klinkt het.
Auteur: Lowie Bergmans




Comments